Geschiedenis Nutspand Edam
Het Nutspand in Edam, gelegen aan Jan Nieuwenhuizenplein 9, is gebouwd in 1622. Het heeft een zeventiende-eeuwse trapgevel. De hoeken van de trapgevel zijn versierd met twee leeuwenkoppen en in het midden is een gevelsteen gemetseld waarop een struisvogel met een hoefijzer in zijn bek staat afgebeeld: symbolen van kracht en geluk. Bij haar honderdjarig bestaan, in 1884, is het gebouw door de departementen als jubileumgeschenk aangeboden aan het landelijk Nut, voluit de Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen. In het huis is op 14 november 1784 door Jan Nieuwenhuijzen en zijn vrienden de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen opgericht. Het Nutspand in Edam wordt daarom binnen het Nut ook wel stichtingshuis genoemd.
Departement Edam is altijd nauw verbonden geweest met het beheer en gebruik van het pand. In oktober 1903 schrijft het hoofdbestuur van het landelijk Nut bijvoorbeeld aan het departement Edam akkoord te gaan met de te maken kosten voor waterafvoer. Jaarlijks heeft het Nut in Edam f.50,- in de begroting opgenomen voor onderhoud van het pand. Het pand is in die tijd in gebruik als bibliotheek en als spaarbank. De conciërge, de heer Hulskemper, woont op de bovenverdieping. Eind jaren 50 van de vorige eeuw vormt het pand een blok aan het been van het departement Edam vanwege de hoge kosten voor het onderhoud. Er moet bijvoorbeeld een metselaar komen om een scheur in de voorgevel te herstellen, het bibliotheekzaaltje moet worden opgeknapt en de achterdeuren zijn dringend aan vervanging toe. Het toenmalige hoofdbestuur achtte het in die tijd wenselijk om een restauratieplan te maken voor de langere termijn.
Hiertoe werd de heer Imken, architect in Edam, in de arm genomen. Uit zijn onderzoek blijkt dat het pand op de monumentenlijst voorkomt en er mogelijk subsidie kan worden aangevraagd bij de gemeente Edam (ca. 15%), provincie Noord-Holland (ca. 25%) en het ministerie van O.K.W. (40%) voor het ‘zuivere ’restauratiewerk aan het pand. De restauratie gaat terug naar de situatie uit de 18e eeuw omdat de oorspronkelijke constructie van het pand niet in detail bekend is. Wel wordt een verbouwing die in de 19e eeuw plaatsvond bij deze restauratie ongedaan gemaakt. Voor de subsidieverlening wordt er gewerkt met een gesplitste begroting: een voor de restauratie en een voor de verbouwing. In 1962 staat het stichtingshuis op de balans van het landelijk Nut voor f. 1.800,-. De Maatschappij wil een deel van de restauratie voor haar rekening nemen, en vraagt het departement Edam de rest à f. 8.000,-bij te dragen.
Schilderij door Anthony Beek, Edams Museum
In 1962 staat het stichtingshuis op de balans van het landelijk Nut voor f. 1.800,-. De Maatschappij wil een deel van de restauratie voor haar rekening nemen, en vraagt het departement Edam de rest à f. 8.000,-bij te dragen. Een jaar later doet Schröder (secretaris van het landelijk Nut) een voorstel binnen het hoofdbestuur. Hij stelt dat het pand niet geschikt is als bibliotheek, maar wel voor bijeenkomsten en een spaarbank. De bibliotheek wordt verplaatst naar het voormalige Weeshuis aan de overkant van het plein op nummer 12. Er wordt een verzoek aan de Spaarbankbond gedaan om een bijdrage te leveren aan de restauratie vanwege historische verbondenheid. Ook wordt er voor f. 500,- een stuk van de tuin verkocht. Departement Edam ontvangt in deze tijd per jaar f. 175,- huur van de Nutsspaarbank, f. 200,- van een mevrouw die gymlessen geeft in de bibliotheekruimte en f. 80,- huur van verschillende verenigingen. Volgens de heer Beets (voorzitter van de Nutsspaarbank Edam) is er inderdaad geen behoefte aan een openbare bibliotheek in het pand. Verplaatsing van de Nutsspaarbank zou bovendien de ondergang van de spaarbank betekenen. De Nederlandse Spaarbankbond lukte het uiteindelijk om f. 16.000,- bijeen te brengen voor de restauratie.
Restauratiekosten nemen toe
Tijdens het maken van de plannen voor de restauratie blijkt echter dat toch aan de rijksnormen voor bibliotheken kan worden voldaan. Er is subsidie beschikbaar van het Rijk, de provincie Noord-Holland en de gemeente Edam. De kosten van restauratie en verbouwing worden geschat op f. 50.000,-, de toegezegde subsidies f. 43.000,- De departementen dekken de resterende f 7.000,- op verzoek van het hoofdbestuur. De bibliotheek moet natuurlijk ook weer gesubsidieerd worden. Deze kosten blijken hoger uit te vallen dan aanvankelijk gedacht en er wordt aanvullend subsidie uit de provinciale kas gevraagd . Het werk wordt uitbesteed aan de firma Jorritsma te Edam voor een aanneemsom van f. 68.894,-. Als de conciërge het pand heeft verlaten wordt begonnen met de restauratie.
Tijdens de restauratie in 1965 worden de kosten weer hoger geraamd, namelijk op f. 82.628,-, waarvan f. 7.000,- niet subsidiabel is. Voor rekening van de Maatschappij blijft f. 41.046,35. Er wordt wederom bij het Rijk aangeklopt. De Rijksbegroting voor Monumenten blijkt echter uitgeput. Er wordt ondanks deze tegenvaller al wel nagedacht over de feestelijke activiteiten ter gelegenheid van de opening van de bibliotheek. Uiteindelijk verhoogt de gemeente Edam haar subsidie.
Aan het eind van 1965 blijken de kosten van restauratie weer hoger uit te vallen; bij benadering f. 94.000,-, en de aanneemsom f. 76.229,- (Architect e.d. f. 15.107,-, onvoorzien f. 3.000,-.) De staat van het pand blijkt slechter dan verwacht. De achtermuur moet toch worden opgetrokken in oorspronkelijke type baksteen, kosten circa f. 7.000,-. Er zijn meer tegenvallers. De directeur gemeentewerken in Edam heeft het werk stilgelegd op grond van ontbreken van een gemeentelijke Rijksvergunning voor verbouwing c.q. afbraak van de oude muur. Een vergunning hiertoe wordt met spoed aangevraagd en verkregen. Vorstverlet brengt in 1966 ook nog oponthoud waardoor de stoffering uitgesteld moet worden.
De Maatschappij sluit een huurovereenkomst af met bibliotheekbestuur (tussen 3 en 4 mille per jaar). Er worden groene schuttingen geplaatst aan weerszijden van de tuin en er komt een terrasovergang i.v.m. hoogteverschil in de tuin. De gevelsteen van Jan Nieuwenhuyzen wordt ingemetseld in de hal. Wederom vraagt de Nutsspaarbank of zij in het vernieuwde pand kan blijven. Dat kan echter niet. Openbare bibliotheken dienen namelijk te beschikken over eigen huisvesting, uitsluitend voor bibliotheekwerk. De spaarbank vertrekt definitief uit het pand en fuseert met de Nutsspaarbanken van Beemster en Purmerend. Lees meer
Op 18 augustus 1966 wordt het stichtingshuis weer geopend als bibliotheek. De opening van wordt verricht door de commissaris van de koningin in Noord-Holland, de heer mr. F.J. Kranenburg. Met een nieuwe balanswaarde van f. 54.075,- en taxatiewaarde van f. 105.000 wordt in 1966 wordt het boekjaar van het Nut afgesloten.
In oktober 1968 komt Jan Nieuwenhuizenplein 11 te koop. De bibliotheek wil dit gebouw graag gebruiken voor uitbreiding. Het pand wordt getaxeerd op f. 60.000,-. Er zal nog zo’n f. 80.000,- nodig zijn voor restauratie. Begin 1970 is het hoofdbestuur tot het inzicht gekomen dat aankoop en restauratie van huizen niet op de weg ligt van de Maatschappij. Na aansluiting op de riolering en aanleg van centrale verwarmingen en een spiltrap i.p.v. vlizotrap stelt een bestuurder van het landelijk Nut, de heer Wolf, in 1980 voor het secretariaat, te verhuizen van Amsterdam naar Edam i.v.m. terugbrengen huisvestingskosten. De bibliotheek heeft aangegeven het pand te zullen verlaten. In september 1980 laat de bibliotheek het pand in beschadigde toestand achter. Er worden herstelwerkzaamheden en schilderwerk uitgevoerd. Er volgen wederom een aantal prijzige restauratie- en verbouwingswerkzaamheden.
Het landelijk Nut wordt lid van de nieuwe Monumentenwacht en in het bestuur wordt gesproken over het idee om het Nutspand te verkopen als woonhuis(-/huizen). Er ontstaan namelijk tekorten op de begroting bij het Nut. Tekort gedurende 1979 f. 100.004,-; begroot tekort 1980 f. 95.000,-. Max. vermogen per 31.12.1980 (excl. stichtingshuis) f. 162.981,-. Het pand wordt niet verkocht om dat de verkoop het voortbestaan van het Nut met slechts twee of drie jaren kan rekken. Meer dan de helft van het kapitaal van de Stichting Jan Nieuwenhuyzenfonds (JNF) wordt daarom ter beschikking gesteld onder beperkende voorwaarden. Op 13 december 1983 wordt het eigendom en beheer van het pand overgedragen aan voor 1 gulden aan JNF.
In 1997 wordt de gevelsteen op verzoek van de Vereniging Oud Edam teruggeplaatst in de gevel. Bij de restauratie in 1965 werd deze in de hal geplaatst. De gevelsteen was een geschenk van het departement Edam bij haar 100-jarig jubileum.
Over de vogel op de gevelsteen bestonden lang vraagtekens. Lees meer
Gebruikers pand
In 2002 wordt het Nutspand opgenomen in de kunstroute ‘Kunst aan huis’. De vergaderzaal op de begane grond wordt als tentoonstellingsruimte ingericht door kunstenaar mevrouw Ellen van Toor, die ingekleurde etsen exposeert. In 2002 wordt het pand opgesteld in het kader van Open Monumentendag. Het Maatschappijbestuur vergadert regelmatig in het stichtingshuis onder leiding van de toenmalige voorzitter de heer Schilthuis. In 2005 verzoekt de yogadocent van een medewerkster van het secretariaat het bestuur om van de vergaderruimte gebruik te mogen maken voor een wekelijkse yogagroep. Het bestuur gaat akkoord, mits de medewerkster zelf aanwezig is.
Na vertrek van de medewerkers van het secretariaat uit het Nutspand in 2010 wordt de eerste verdieping van het pand opnieuw ingericht met een kleine bibliotheek. Het sleutelbeheer van het pand is in handen gelegd bij het departement Edam. De voorzitter woont letterlijk om de hoek en houdt een oogje in het zeil. In 2013 wordt de begane grond in gebruik gegeven. Er worden muziekinstrumenten tentoongesteld. De eerste verdieping is dan nog in gebruik bij het landelijke Nut als archief. De tweede verdieping wordt in gebruik gegeven aan een praktijk voor remedial teaching.
In 2015 wordt het dak gerenoveerd en de wettelijk verplichte brandmeldinstallatie aangelegd. Het landelijk Nut beseft steeds meer dat het Nutspand nooit kostendekkend zal kunnen worden geëxploiteerd. De remedial teaching praktijk neemt dat jaar de begane grond in gebruik, terwijl de vennootschap ‘Kunst op Stap’ daarna de eerste verdieping in gebruik neemt. Het archief van het Nut wordt overgebracht naar de zolder. Arno Boon, penningmeester van het landelijk Nut en bestuurslid van JNF, doet de suggestie dat met de opbrengsten uit de verkoop van het pand in Edam in de toekomst betekenisvolle ledenbijeenkomsten kunnen worden georganiseerd. De algemene vergadering van het landelijk Nut gaat akkoord met het voorstel tot verkoop van het Nutspand. In 2017 draagt Jaap Ruedisulj, oud bestuurslid en architect, zijn dossiers van het pand in Edam over aan Arno Boon. Het pand wordt dat jaar per inschrijving verkocht. De waardevolle stukken uit het archief hebben een plaats gekregen; in het Edams Museum. De boekencollectie – ook die van Theo Thijssen en Pieter Helsloot – , kasten en aantal attributen zijn naar het Nationaal Onderwijsmuseum in Dordrecht overgebracht. Een en ander is vastgelegd in bruikleenovereenkomsten.
Op vrijdag 22 juni 2018 wordt het Nutspand in Edam feestelijk overgedragen aan Peter de Jong en Corinne Schaatsbergen. Voorzitter Piet Hamelink van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen streek bij deze gelegenheid voor de laatste maal de Nutsvlag op het pand. Voorafgaand aan deze symbolische handeling was er een bijeenkomst voor genodigden in het Damhotel.
Het Nutspand zal tot in lengte van dagen voor het publiek te bezoeken zijn tijdens de Open Monumentendagen omdat dit bij de verkoop is vastgelegd. Ook zal er een aparte website gepubliceerd worden over het pand.